Lang verloren, maar nu gevonden

Ik keek Diesel aan.
''Dankje''
Ik knuffelde hem.
''Hoe gaan we het doen?''
Vroeg ze toen.
Paige schrok.
''Je moet Piper of Phoebe bellen want ik mag niet uit bed''
Zei ze toen tegen Noah.

Ik keek An nog steeds bang en verward aan.
"Wel, als je me niet wil geloven moet jij het maar weten.", zei ik en ik deed nog meer stappen naar achter, "Als je dan zo graag iedereen wil redden mag je me voor mijn part nu meteen doden zodat ik zeker niet slecht kan worden."
Phoebe sprong uit de auto en keek Piper even aan.
"Ik denk dat ik ze daar in de verte zie!", zei ze en ze liep naar de richting waar ze mij en An zag staan.

Ik raakte wat in paniek.
"Do .... doden?" hakkelde ik en schudde met mijn hoofd. "Wat gebeurt er?" vroeg ik zachtjes en had weer even een helder moment.
"Het ... het spijt me ..."
"Is goed!" zei Noah en hing op.
Henry keek Paige aan.
"Wat is er aan de hand?" vroegf hij.
Piper trok Phoebe mee naar LEen en An.
"Leen, ben je in orde?"
Diesel dacht na.
"GEwoon aanvallen? An, Leen, Piper en Phoebe zijn nu samen in het park ..."

Ik keek Piper en Phoebe aan.
"Ik denk het wel.", zei ik, "Maar ik denk dat het niet goed gaat met An. Ze denkt dat ik mensen wil vermoorden en dat ik een demon ben..."
Phoebe liep voor An en gaf haar een knuffel.
"Meid.", zei ze, "Denk je nou echt dat Leen een demon is?"

Piper keek wat onzeker.
"Gelukkig ben je in orde", zei ze zachtjes tegen Leen.
Ik duwde mijn tante weg en keke haar boos aan.
"Dat is ze toch HALF? !" vroeg ik boos en mijn gedachtne werkten op een sneltempo. "Maar ... maar dat ...dat zijn Hendrik en Charisa ook ... en Cico ...en Nico, esther, Charlotte en ..." Ik schudde met mijn hoofd en begon plots hard te huilen.
"WAt is er met me?"

Ik keek An aan en durfde toch al een stap dichter te zetten.
"Er is niets mis met je.", zei ik, "Ik weet niet eens hoe ik zou reageren als ik bij men moeder zou wonen en er plots iemand langskomt die beweert mijn zus te zijn."
Ik zuchtte nog even.
"En je hebt gelijk.", zei ik, "Ik ben HALF demon. Maar dat wil niet zeggen dat ik dat wel wil zijn."
Phoebe bleef An knuffelen.
"Kalm maar.", zei ze.

"Maar ik woon niet bij mijn moeder", piepte ik en sloeg mijn armen om mijn tante heen en hield haar goed vast.
"Ik denk de hele tijd dat iedereen me wil vermoorden", zei ik angstig.
Piper keek LEen aan.
"Het geeft niet, Leen, omdat je half demon bent, ben je niet meteen slecht !" zei ze. "Er zijn veel half-demons in onze familie !" Ze knuffelde Leen en keek haar toen met een glimlach aan.

Ik knuffelde Piper snel en keek daarna terug naar An.
"Weet je ik had heel veel angst om naar hier te komen.", zei ik, "Zeker toen ik wist dat Paige hier woonde. Je kan niet raden waar ik al overal heb gezeten!"
Phoebe keek An aan.
"Wel, dan zullen we daar snel wat verandering in brengen.", zei ze, "We zullen als Paige beter is een keer naar een pretpark gaan."

Onzeker keek ik Leen aan.
"Waar dan?" vroeg ik. Toen keek ik onzeker naar mijn tante.
"gGoed", zei ik zachtjes.
Diesel keek naar Elisa.
"Zullen we?" vroeg hij haar en stak zijn hand naar haar uit zodat ze die enkel vast moest nemen.
"Gaan we?"

Ik keek Diesel aan.
''Ja laten we gaan''
Ik pakte zijn hand vast.
''Ga maar''
paige gaapte even.
''Wat een dag''
Zei ze toen zachtjes.

Ik keek An aan.
"Wel...", begon ik, "Ik heb in Nederland gezeten, in Finland, in België, in Duitsland, ... Ik heb zowat overal gezeten eigenlijk."
Phoebe glimlachtte naar An.
"Het komt wel goed.", zei ze, "Maar blijf niet denken dat mensen je willen vermoorden, want na een tijdje kan het wel eens gebeuren dat iemand je echt wil vermoorden en dat is nooit goed! Vooral niet als wij niet in de buurt zijn."

"Behalve als jullie diegenen zijn die ik wil vermoorden", zei ik zachtjes en keek mijn tante even aan.
Diesel schemerde naar ons toe. Hij liet een vuurbal verschijnen en gooide die naar Leen.
Ik schrok toen ik het zag en duwde Leen aan de kant waardoor ik zelf geraakt werd.
Diesel liet een nieuwe verschijnen.

Ik schrok toen An me opzij duwde en zag dat ze geraakt werd. Meteen begon ik haar te helen. Phoebe liep naar Diesel.
"Wat doe je nou?", vroeg ze.
Nadat ik An had geheeld liep ik naar Diesel toe.
"Wie ben je en wat wil je?", vroeg ik.