Uiteindelijk bleef ik bij de leerlingenkamer stil staan. ''Sorry'' Zei ik toen ik An zag. ''Ik wou gewoon even alleen zijn'' Zei ik erg verdrietig. ''Ik weet het even niet meer'' Ik begon te huilen.
Ik sloeg meteen mijn armen om Elisa heen en knuffelde haar. "Het geeft niet !" zei ik. "Dat gfeeft echt niet !" Zwamdrift knikte maar enkele keren en merkte dat de les gedaanwas toen iedereen zijn spullen bijeen zocht. "Wacht ! Wacht !" riep ze. "Ik moet nog iets zeggen !"
Ik hield An goed vast. ''Ik weet niet meer wat ik moet'' Zei ik zachtjes. ''Ik voel me zo gekwets door Jack'' Ik bleef huilen. ''Maar aan de andere kant wil ik hem niet kwijt'' Ik zat in een dilema.
Iedereen luistert niet echt naar haar en ze snellen de kamer uit. Ik grijns en spring van mijn poef. ''De aandacht van tieners is moeilijk vast te houden!'' zeg ik vrolijk en loop naar de deur. ''Zie u volgende les, laat u niet op de kop zitten door Ombitch!''
"Ik denk nie dat ik je kan helpen met het maken van die keuze ! Ik zal je steunen, wat je ook kiest, maar meer kan ik niet doen, vrees ik !" Ik keek haar even zwijgend aan. "Het spijt me!" Zwamdrift knikte maar en moest een beetje lachen om die naam. "Eh Lisette ... ja, Lisette is het toch hé?" ze liep dichter naar haar toe. "Kan je me even helpen met diekopjes?"
Ik sta al totaal versteld dat ze me niet bij mijn achternaam noemt zoals de meeste docenten dat doen. ''Huh?'' doe ik even dommig. ''Oh! Eh, tuurlijk... Ik zal uitkijken dat ik er geen breek...'' Ik pak twee kopjes op en zet ze terug op hun plek. ''Moet u me niet 'juffrouw Moor' noemen?'' vraag ik nieuwsgierig en reik naar twee andere theekopjes. ''Lerares en alles.''
Ik keek An aan. ''Misschien moet ik nog een keer met Jack praten'' Zei ik toen. ''Wil jij eerst met hem gaan praten?'' Vroeg ik toen onzeker aan An. ''kun je kijken of hij het echt meent.'' Zei ik toen.
"Ik?" vroeg ik onzeker en dacht er even over na. Toen knikte ik. "Ja, dat is wel een goed idee! " Ik wilde Elisabeth echt graag helpen en vond dit wel een goede manier. "Zal ik hem dan gaan zoeken?" Professor Zwamdrift draaide zich om. "Huh? Oh ... oh jaa ... natuurlijk juffrouw Moor , maar ik ... ik dacht zo ... eigenlijk is dat toch niet je achternaam?"
Awwww, Perkamentus, moest je het nou aan IEDEREEN doorvertellen? Of... tenminste aan één persoon... denk ik en knipper met mijn ogen naar Zwamdrift. ''Ik weet niet wat u bedoelt!'' zeg ik iets te snel en doe een stapje achteruit. ''Ik ben gewoon Lisette Moor... gewoon Lisette.'' Ik friemel met mijn ketting.
Ik keek Elisa an. "Waeet je waar hij is?" Professor Zwamdrift kreeg haar ketting in het oog. Ze stak haar hand ernaar uit. "Oh,nwat een moo-..." Plots stokte haar adem. Haar hand bleef trillend in de lucht hangen op enkele centimeters afstand van de ketting en toen ze weer sprak, was haar stem koud en kil. "Zij ..."
''P-professor Zwamdrift?'' stotter ik onzeker. ''Gaat het wel?'' Ik doe een stapje achteruit, klaar om hulp te halen mocht ze omvallen. ''Eli, An! Er is iets met de prof!'' roep ik en loop dan snel naar Zwamdrift toe. ''Wilt u zitten? Glaasje water? ...Hallo?'' Ik zwaai aarzelend met een hand voor Zwamdrift's gezicht.
Ik dacht na. ''Het is nu etenstijd'' Zei ik toen zachtjes. ''Ik denk dat hij dan in de grote zaal is'' Ik keek An aan. ''Dankje dat je dit voor me wil doen'' Ik omhelsde haar even.
Ik glimlachte. "Ik vind hem wel !" Ik had Lisette gehoord en keek ven in de richting van het klaslokaal. "Ga jij dan even naar Lisette en professor Zwamdrift toe?" Professor Zwamdrift ging verder met het praten op die vreemde, duistere manier en zei. "Zij die ..."
''Uh-oh...'' doe ik. ''Prof? Profje? Hallooooooooooooooo....'' Ik houdt mijn hoofd scheef. ''Eli! An!'' roep ik nog een keer, wat tot nu toe tevergeefs is gebleven. ''Kom op... Profje, kijk me eens aan... Gaat het wel me u? ...Welke 'zij'...'' Ik heb totaal geen idee waar ze het over heeft en pak een poef om die naast Zwamdrift neer te zetten. ALS ze omvalt kan ik haar daar heen sturen...
Ik knikte. ''Ja ik ga erheen.'' Ik liep naar het lokaal. ''Lis wat is er aan de hand.'' Ik keek naar Zwamdrift. ''Wat is er met haar?'' Vroeg ik toen verbaast.
Ik ging snel op zoek naazr Jack die nog steeds door de gangen aan het dolen was, niet echt ergens naar op weg. Het hele lichaam van Zwamdrift trilde en haar ogen waren donkerder geworden en staarden in het niets. Plots greep ze met één hand Lisette's pols vast en ging verder. "De dochter van de Heer van't Duister ... Zij ... Zij zal een groot deel van de uitkomst van de aankomende Grote Oorlog uitmaken ! Zij die Haar aan hun kant hebben, hebben al gewonnen !"
Ik staar. En staar. En staar nog wat meer. ''Eli...'' mompel ik onzeker. ''Heb jij ook gehoord wat ik zonet heb gehoord, of wordt ik langzaam gillend gek...?'' Huh... was dat zij en haar met een hoofdletter? Had ze 't nou over MIJ? Tuurlijk, zover ik weet is er geen andere dochter van een Heer van het Duister... Why, why me? ...Wel cool, maar link... Goed dat alleen Eli en ik dit hebben gehoord, anders zou ik nooit meer rust hebben...
Uiteindelijk vond ik Jack en hield hem tegen. "Jack, ik wil met je praten !" zei ik. "Nu !" Professor Zwamdrift werd plots weer gewoon. Haar handen vielen naast haar lichaam en haar spieren ontspanden zich. Ook haar ogen werden weer licht en ze glimlachte met een verwarde uitdrukking op haar gezicht. "Wat zei je net, liefje?"
Ik keek even verbaast naar Lis. ''We moeten gaan'' Zei ik toen. ''Toch lis'' Jack keek An lusteloos aan. ''Ik heb geen zin om te praten'' Zei hij toen en wou door lopen.
''Eh... ja. We moeten gaan, ja...'' mompel ik en klop Zwamdrift op d'r schouder. ''Geef Ombitch d'r van langs... kom op, Eli, we gaan An zoeken!'' Ik pak Eli's hand beet en trek haar mee, weg uit het lokaal en de trap af, op zoek naar An. Ach, zolang niemand anders dit gehoord heeft ben ik veilig... Voorlopig, dan, ik BEN tenslotte Voldie's dochter, die ie volgens mij wil opleiden ofzo... Denk maar niet dat ik slecht ben! Ik ben evil, niet slecht!
Zwamdrift keek Lisette verbaasd na en hield haar hoofd een beetje scheef. "Ombitch?" Ze dacht even na. "Huh, goeie!" Ze keek snel om zich heen om te zien of niemand het gehoord had en grijnsde toen. Ik hield JAck tegen. "Jack, ik wil weten of je echt oprecht spijt hebt !" zei ik en keek hem een beetje boos aan.
Ik liet Lis stoppen. ''Ik kan niet naar An.'' Zei ik onzeker tegen haar. ''Zei is bij Jack'' Zei ik toen en ik keek naar de grond. Jack keek An aan. ''Natuurlijk heb ik oprecht spijt'' Zei Jack toen tegen haar.
''Aww, Eli, je zult het EENS goed moeten maken met hem! Goedschiks of kwaadschiks!'' Ik grijns en trek Eli nog steeds mee, rondkijkend. Dan kijk ik weer terug naar Eli. ''Als we hem vinden, dan -'' Ik knal natuurlijk slambam tegen Jack op. Ik laat Eli los voor ik opzij tegen An aanval, weggestuitert van Jack en vanaf daar op de grond terecht kom." ''Bugger!'' Ik kijk op. ''Oh! Kijk eens wie ik heb gevonden!'' straal ik dan.
"Au !" riep ik uit toen Lis tegen me opbotste. Toen hielp ik haar overeind en gaf ahar een knuffel." Wie heb je gevonden?" Ik keek naar JAck en Elisa. "Ik denk dat wij even een wandeling gaan maken, Lisje !" zei ik vrolijk tegen haar en haakte mijn arm in haar arm en liep met haar weg. Jack keek Elisa aan. "Hey !"