"Ik zal wel scheidsrechter spelen.", zei ze, "Ik kan me niet voorstellen dat ik sneller kan lopen of zwemmen als jullie."
Ze stond recht en liep een eindje verder.
"Als ik de zakdoek laat vallen mogen jullie vertrekken!", riep ze nog snel en ze liep verder.
Ze keek iedereen glimlachend aan.
"Ik doe mee met de race!", zei ze, "In het water weliswaar want anders raak ik niet snel vooruit."
Ze ging meteen het water in en zette zich schrap om te vertrekken.